Kinderen kunnen belemmeringen ervaren in hun ontwikkeling. Denk aan belemmeringen op school zoals een gebrekkige sociale weerbaarheid, (cyber)pesten, seksuele intimidatie, sexting en grooming of in de privésfeer (ouders die ruzie hebben, mishandeling, financiële en/of gezondheidsproblemen). Dit kan leiden tot slechtere prestaties of zelfs schooluitval. Als trend is waarneembaar dat scholen deze thema’s steeds beter signaleren en bespreekbaar maken. Hoe eerder er in het welzijn van de kinderen geïnvesteerd wordt, hoe beter dit (ook op langere termijn) is. Om de belemmeringen die kinderen ervaren weg te nemen, moeten onderwijs en zorgprofessionals samenwerken. In de praktijk blijkt dat dit niet vanzelf gaat. Het is afhankelijk van personen en van percepties van verantwoordelijkheden. Bij een slechte aansluiting is dit voor de kinderen en voor de gezinnen waarvan zij deel uitmaken een risico.
De peuterspeelzalen hebben in 2017 een belangrijke ontwikkeling door gemaakt. Zij zijn verplicht om uiterlijk 1 januari 2018 aan dezelfde kwaliteitseisen te voldoen als de kinderopvang. Dit heeft gevolgen voor de wijze waarop ze georganiseerd zijn en voor de manier waarop ze gefinancierd worden.
De gemeente is naast preventief beleid sinds 2015 ook verantwoordelijk voor de specialistische jeugdhulp. Met ingang van 2018 wordt de werkwijze in de specialistische jeugdhulp in de regio’s Amsterdam-Amstelland en Zaanstreek-Waterland verder vernieuwd. Dit betekent een andere manier van werken, onder andere voor ons loket Jeugd en de jeugdteams. Met deze andere manier van werken komt de eigen regie van ouders en gezin meer centraal te staan en wordt er meer samenhangende hulp op alle leefdomeinen van gezinnen geboden.
De gemeente heeft zich met haar partners georiënteerd op het onderwijs van de toekomst. Digitale hulpmiddelen (zoals virtual reality) zullen snel hun intrede doen in het onderwijs. Partners in het onderwijsveld moeten zich gaan oriënteren op de gevolgen voor hun rol. Toekomstige ontwikkelingen kunnen ook gevolgen hebben voor het gebruik van onderwijsgebouwen.
Mensen met een beperking blijven steeds langer zelfstandig thuis wonen, hetgeen tot een stijging van de uitgaven op het gebied van Wmo-voorzieningen kan leiden, met name voor de Wmo-hulpmiddelen
De gemeente is samen met de samenwerkingsverbanden en de scholen er verantwoordelijk voor dat er zo min mogelijk leerlingen zijn die thuiszitten (thuiszitters). Op 13 juni 2016 hebben het Ministerie van OC&W, Ministerie van VWS, Ministerie van V&J, de PO raad, de VO raad en de VNG gezamenlijk een thuiszitterspact ondertekend. Men spreekt de ambitie uit dat in 2020 geen enkel kind langer dan drie maanden thuiszit zonder passend aanbod van onderwijs en/of zorg. De regio Waterland verbindt zich aan deze ambitie met concrete doelstellingen en resultaten.
Steeds vaker spelen ervaringsdeskundigen een rol bij het helpen en begeleiden van mensen met verward gedrag. Zij begrijpen wat stigma en schaamte met je doen en hoe het is om ervaringen te hebben waar je misschien niet makkelijk over praat. Er is hier al enige ervaring mee op gedaan en met een positief resultaat. Deze vorm van steun en begeleiding willen wij gaan voortzetten en uitbreiden in 2018.
In het voorkomen van dakloosheid krijgt het principe van Housing First een steeds breder draagvlak. Het bieden van de juiste zorg heeft het meeste effect als mensen een dak boven hun hoofd hebben en zelfstandig wonen. Met eigen woonruimte wordt het gemakkelijker om zorg op- of af te schalen en op die manier echt maatwerk te leveren. Ook voorkomt het dat mensen door- of uit moeten stromen, wat verstopping in de woonmarkt kan veroorzaken. Ook behouden mensen meer de regie over hun eigen leven, zorgt het voor minder stress en wordt het risico op terugval beperkt. Met betrokken instellingen en corporaties wordt hierover voortdurend het dialoog gevoerd en waar mogelijk zoeken we naar ruimte om hiermee te experimenteren. Het project de Zeevangstraat is daar een mooi voorbeeld van.